De Sakko-prijs voor Kunsten en Letteren 1996 is toegekend aan
Cees Vanwesenbeeck
vanwege zijn alom geroemde grote kennis omtrent de rijke historie van Bergen op Zoom, met vaardige pen en intense gedrevenheid zijn neerslag vindend in een indrukwekkend aantal uiterst deskundige publicaties. Met zijn niet aflatende inzet tot popularisering van het omvangrijke archief van onze oude stad, altijd en voor iedereen klaarstaande met hoogwaardige informatie, geeft hij een bijzonder waardevolle culturele bijdrage aan de verspreiding van het wel een wee door de eeuwen heen van het Markiezaat van Bergen op Zoom, in het bijzonder van onze goede stad.
Bergen op Zoom, november 1996
Toespraak Cees Vanwesenbeeck, november 1997:
Welkom allen in deze fraaie Hofzaal van ons prachtige Markiezenhof, bij de uitreiking van de Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren 1996, heden voor de 16e keer.
Bergen op Zoom is een stad met een rijk en roemvol verleden. Stoffige zaken worden helder, als geput kan worden uit een omvangrijk en perfect georganiseerd archief, geleid door een bevlogen archivaris. Wij moeten ons gelukkig prijzen, beiden te bezitten.
Het kan dan ook niet verwonderlijk zijn, dat de jury de prijs 1996 unaniem heeft toegekend aan Cees Vanwesenbeeck, de stadsarchivaris van Bergen op Zoom, een bijzondere man, alom geprezen om zijn grote deskundigheid, zijn aimabele hulpvaardigheid aan archiefbezoekers, zijn organiserend vermogen, en een waarlijk respectabele lijst van hoogwaardige publicaties, betrekking hebbende op onze hoogbejaarde stad.
Wie is deze Cees Vanwesenbeeck eigenlijk ?
Welaan, Cees is geboren op 12 december 1949 te Bergen op Zoom, als jongste in een gezin met 9 kinderen. Na de lagere school bij de broeders in de Boxhornstraat ging hij naar de paters in Weert voor een gymnasiumopleiding. Naast het internaat stond een Middelbare Meisjesschool, waar met stille verlangens stiekem door de ramen gekeken werd. Op een goede, of misschien kwade avond, glipte Cees met enkele kornuiten er tussen uit, teneinde te trachten met een MMSertje vriendschappelijke betrekkingen aan te knopen, hetgeen in die dagen in de ogen van de paters een hoofdzonde was. Maar, helaas, ze werden gesnapt toen ze door een raam weer naar binnen klommen, op weg naar hun legerstede. Daags daarna kreeg moeder Vanwesenbeeck een telefoontje uit Weert, dat zoonlief Cees de huisregels dermate overtreden had, dat hij de school moest verlaten. Hij zette zijn gymnasiumstudie voort aan het Juvenaat alhier, waar hij het diploma behaalde.
Daarna volgde een periode van zoeken. Wat nu ? Hij kwam in de jaren ’68-’70 in dienst bij de gemeente Bergen op Zoom, als …. badmeester in het toenmalige zwembad de Zanderijen. De duikplank werd in 1970 verwisseld voor de Rabobank in Lepelstraat, als administratief medewerker. In 1972 was hij werkzaam als adjunct inspecteur levensverzekeringen bij Aegon, waarvoor hij een assurantie-diploma behaalde. Op het verzekeringswezen was hij snel uitgekeken. Niet de risico’s van de toekomst, maar de zekerheden van het verleden trokken hem meer.
Daarom begon hij in 1972 aan een opleiding tot middelbaar archiefambtenaar aan de Rijksarchief-school. Tijdens deze opleiding stapte hij, getooid met de in die tijd voor jongelui gebruikelijke lange haartooi tot op de schouders, als stagiaire de Gemeentelijke Archiefdienst te Bergen op Zoom binnen. Een bijna komisch gezicht, de modieuze jongeling in de naar oudheid ruikende sfeer van vergeelde documenten uit lang vervlogen jaren.
In september 1993 behaalde hij het archief-diploma en kreeg bij het Bergse archief een baan als assistent. De dienst, o.l.v. jan van Mosselveld, telde toen 4 medewerkers en was gevestigd in enkele duistere kamers in het St. Annastraatje. Wat voor weer het buiten was, viel van binnenuit amper waar te nemen. Het leeszaaltje aldaar telde 4 tafeltjes. Voor het toen nog vrij schaarse aantal bezoekers was hij toen al een uiterst behulpzame vraagbaak, wat hij tot op de dag van vandaag gebleven is.
Een van zijn vaste klanten zal hij zich nog zeker herinneren, n.l. een bejaarde Duitser met een houten been, dat, tot steeds terugkerende ontsteltenis van Cees, uitvoerig afgeschroefd werd en ’s middags weer ter bestemde plaatse aangedraaid.
In november ’72 trouwde hij met Els Sio uit Bergen op Zoom. In 1974 kocht hij een oud pand aan de Noordzijde Haven, waar zij zelf een paar jaar aan de restauratie werkten.
In die tijd bestond er op de Kaai, toen nog Westelijk Stadsdeel geheten, een wijkraad. De tegenstelling tussen de oorspronkelijke Kaaibewoners en de dreigende komst van nieuwe kapitaalkrachtige restauratiefanaten zorgde aanvankelijk voor enige onrust bij de hechte traditionele bevolking aldaar. Maar ze kwamen er al spoedig achter, dat de voor Cees, door zijn tactische aanpak, niet bang hoefden te zijn.
In die tijd was hij ook enige jaren lid van dweilorkest De Toeteroet. Of de naam van deze historische stadsfiguur deze keuze heeft bepaald weet ik niet.
Ook werd hij lid van de Stichting Vastenavend, waar hij, natuurlijk, de zorg kreeg over het archief. De basis voor onderzoek naar de achtergronden van dit volksfeest werd toen gelegd, het geen resulteerde in de publicatie van de Geschiedenis van de Bergse Vastenavond vóór 1940, in 1993 door de Geschiedkundige Kring uitgegeven.
In het begin van de jaren ‘80 stond hij, samen met Willem van Ham en Jan Weyts, aan de wieg van de Vereniging Binnenstad, waarvan hij de eerste jaren secretaris was. Samen maakten zij een uitgebreide inventaris van de vele historische panden in onze stad, die zou leiden tot een gemeentelijke monumentenlijst.
In samenwerking met Willem van Ham verschenen meerdere belangwekkende publicaties, zoals de gids voor Oud Bergen en Bergen op Zoom verleden tijd.
In ’85 en ’86 volgde de restauratie en inrichting van Blokstallen 2 tot archiefbewaarplaats, waar hij nauw bij betrokken was. Eindelijk kreeg het zo waardevolle en uitgebreide archief een waardige en adequate behuizing, die ook talrijke nieuwe mogelijkheden bood. De dienst kon zijn vleugels uitslaan en werd bereikbaar voor een groot publiek, dat daar ook dankbaar gebruik van maakt, bijgestaan door enthousiast personeel, onder wie vooral een voor iedereen klaarstaande vraagbaan en wegwijzer in de persoon van Cees.
Door de culturele en educatieve activiteiten in de vorm van cursussen, rondleidingen, lezingen en tentoonstellingen heeft de archiefdienst daardoor een vaste plaats verworden in het Bergse culturele leven.
Toen Willem van Ham in 1988 werd benoemd tot stadsarchivaris werd Cees adjunct-gemeentearchivaris. Hij werd tot belast met een aantal organisatorische werkzaamheden, financiën, automatisering, leiding personeel, externe dienstverlening, het beheer van de verzameling beeld- en geluidsdocumentatie en het geven van cursussen in het lezen van oude handschriften.
In 1989-’90 volgde hij daarvoor enkele aanvullende opleidingen bij de Bestuursacademie en een opleiding informatica.
Dat hij naast deze omvangrijke werkzaamheden nog kans zag een waarlijk indrukwekkende lijst van publicaties, waarover later meer, te verwezenlijken, zegt genoeg over de grenzeloze werklust, gemotiveerdheid, veelzijdigheid en vakmanschap van de prijswinnaar.
In de jaren ’90-’92 deed hij een grondig onderzoek naar schrijvers, die ooit in Bergen op Zoom gewoond en gewerkt hebben. Daar waren heel wat bezoeken aan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag voor nodig. Het resultaat was een belangrijke bijdrage aam het boek “Zoom op Bergen”.
Eind 1994 werd hij als opvolger van Willem van Ham benoemd tot waarnemend gemeentearchivaris. Een definitieve benoeming volgde in april ’95.
Naast deze functie was hij nog actief in verschillende verenigingen. Hij werd lid van de redactie van de serie Studies uit Bergen op Zoom, waarvoor hij meerdere bijdragen schreef. Ook was hij een aantal jaren redactiesecretaris van de Waterschans, het periodiek van de Geschiedkundige Kring.
De Stichting “700 jaar Heerlijkheid” deed eveneens niet tevergeefs een beroep op zijn kundigheid, alsmede de stichting Kunstroute Bergen op Zoom, waarvan hij medeoprichter was en sinds de oprichting secretaris.
Als lid van het dialectgenootschap DE Bergse Kamer, is hij mede verantwoordelijk voor de jaarlijkse editie van het Bergs Dictee en het onderzoek naar de verschijningsvormen van het Bergse dialect en typische plaatselijke zegswijzen.
Als archivaris maakt hij deel uit van de Stichting Cort Heyligers, die zich bezighoudt met het in beeld brengen van de belangrijke geschiedenis van Bergen op Zoom als garnizoensplaats.
In zijn werk schuwt hij ook het frivole niet. Zo is hij constant op zoek naar erotische teksten in de Bergse archieven. Alle medewerkers en vrijwilligers is dan ook op het hart gedrukt de vondst van pikante teksten, scabuleuze rijmpjes of vermakelijke questiën onverwijld aan hem door te geven, opdat hij t.z.t. tot een uitgave kan komen van een Bergs Schandalenboek.
Daarnaast schuwt hij ook de levende schoonheid niet, hetgeen moge blijken uit het feit, dat elk dienstdoende leesmedewerker bij het bezoek van een lieftallige schoonheid aan de leeszaal de archivaris daarvan onmiddellijk in kennis dient te stellen.
Dat hij naast de veelheid van activiteiten nog gelegenheid vindt voor studie, neergelegd in talrijke belangrijke publicaties kan slechts vérwondering en béwondering wekken. Slechts de vrijdagmiddag vertoont ene lacune in zijn overladen werkpatroon. Dan wordt stoom afgeblazen in een wekelijkse saunabeurt. Wie durft te beweren dat het archief niet stoffig zou zijn, als de eerste man zo’n grondige wasbeurt nodig heeft ?
Zijn gevoel voor properheid uit zich tevens in het plastic zakje en het schepje bij het uitlaten van zijn hond.
Cees is een warme persoonlijkheid, die op een bescheiden wijze een gemoedelijkheid en betrokkenheid uitstraalt, die past bij de Bourgondische job van archivaris van Bergen op Zoom.
Zijn bevlogenheid en zijn dorst naar historische wetenswaardigheden van onze stad uiten zich overduidelijk in een lange reeks, met vlotte pen en grote vakkennis neergeschreven interessante en kwalitatief hoogwaardige publicaties.
Ik noem u:
De Bergse Vastenavend vóór 1940
De Gids voor Oud Bergen op Zoom
Bergen op Zoom verleden tijd
De Geschiedenis van de openbare drinkwatervoorziening
Het Markiezaat van Bergen op Zoom
Honderd Bergse schrijvers in Zoom op Bergen
Bergen op Zoom, stad aan het water
En de samenstelling van het Bergse Monumentenboek.
Voed daarbij niet minden dan over de 160 meer of minder uitgebreide pennenvruchten omtrent bijzondere aspecten of gebeurtenissen, betrekking hebbende op onze stad.
Dit alles in overweging nemende kwam de jury unaniem tot de conclusie, dat dit jaar Cees Vanwesenbeeck een waardig prijswinnaar is in de langzamerhand indrukwekkende reeks van illustere voorgangers die, zoals het reglement verlangt “zich op bijzondere wijze door hun werk voor Bergen op Zoom of het Markiezaat verdienstelijk hebben gemaakt”.
Harry Stalpers, nov. ‘96