De Sakko-prijs voor Kunst en Letteren 1982 is toegekend aan
Fons Gieles
wegens zijn veelvuldige en veelzijdige beeldende scheppingen, en daarnaast zijn hoogwaardig kunstbeschouwend en artistiek-vormend onderwijs aan de jeugd, beide, zowel scheppend als docerend, voornamelijk betrekking hebbende op het voormalige Markiezaat van Bergen op Zoom. Begiftigd met het gevoelige oog en de gewillige hand van de ware
beeldend kunstenaar, en gedreven door de nimmer aflatende en inspirerende inzet van de waarachtige leraar, heeft hij aldus een artistieke en waardevolle bijdrage van uitzonderlijk niveau geleverd aan de beeldende kunst en de waardering daarvoor, gevoed door de historische schoonheid van onze goede streek.
Bergen op Zoom, 6 november 1982
Toespraak Fons Gieles:
Geachte aanwezigen,
Wij zijn hier bij elkaar om getuige te zijn van de uitreiking van de Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren 1982.
Deze cultuurprijs wordt toegekend door een jury, samengesteld uit personen die, zoals de statuten vermelden, deskundig geacht worden op het gebied van kunsten en letteren en waarvan ik de eer heb voorzitter te zijn. Het is om dit laatste, dat mij de taak toebedeeld is voor u de beslissing van deze jury te motiveren, een beslissing die unaniem als kandidaat aanwees: Fons Gieles.
Iedereen in onze stad -en ook velen daarbuiten- kent Fons Gieles.
Ikzelf kwam op mijn 30e levensjaar schuin tegenover hem wonen en tot en met onze gezamenlijke H.B.S.-tijd hadden we een nauw contact. Bij de redactie-vergaderingen van de schoolkrant en de zgn. ‘Bonte avonden”, waarop de leerlingen soms de leraren onderwezen, had Bourgondische Fons een dikke vinger in de studentikoze pap.
Ik kan u Fons in zijn jeugdjaren het beste illustreren met een voorval bij een spelletje, wat we samen speelden en waarbij ik Fons nu ga herinneren aan een prestatie, die hij als enige op de wereld op zijn naam heeft staan.
Het Sint Catharinaplein -het deed toen nog aan een heilige denken- , heette toen nog heel profaan: de Vismarkt.
Komende vanuit het Vierkantje zag je achteraan, ongeveer op de hoogte van Café De Bonte Os, een prachtige muziekkiosk en daarvoor een met onregelmatig gelegde straatstenen bedekte open vlakte, toen nog zonder auto’s, dus een ideaal speelterrein.
We zullen ongeveer een jaar of 12-13 geweest zijn. Ons spel heette: ‘een potje knoerten’, een naamgeving van Fons. Het ging zo. We gingen ongeveer 20 meter van elkaar staan en knalden dan een tennisballetje zo hard mogelijk de lucht in. Hoe hoger, hoe schoner ! De kunst was nu dat de ander het balletje ineens uit de lucht weer terug omhoog knalde.
Het lukte natuurlijk niet altijd, maar áls het lukte …..
Welnu, Fons heeft het gepresteerd om het ding met een waarlijk formidabele vuurpijl de lucht terug in te knallen en toen het dan naar beneden kwam, verdween het, loodrecht dalend, in de amper 10 cm. Brede schoorsteenpijp van de bijkeuken van slager Veraart.
Ik stond met stomheid geslagen. Maar Fons rolde luid schaterend, met de handen op zijn buik, als een Pallieterke over de keien van de Vismarkt. Want zo was hij. Dat boertige, dat kostelijke gevoel voor het moment, dat de Brabander, en zeker ook de Bergenaar siert, bezit hij nog in hoge mate. En hij heeft het ook nooit verloren. Het is terug te vinden in tal van zijn scheppingen.
Overigens, bij het beschouwen van zijn activiteiten, heb ik mij afgevraagd, wat Fons eigenlijk is. Is hij een artistiek docent, of een docerend artiest ?
Ik ben er niet uitgekomen, want als kunstenaar, zowél als docent, zijn zijn bijdragen aan het culturele leven van het Markiezaat van Bergen op Zoom dermate indringend, dat de weegschaal amper naar één kant zou kunnen doorslaan.
Een opsomming van zijn voornaamste activiteiten zal dat duidelijk maken. Het zijn deze, met nog vele aan de jury bekende andere, die ons deden besluiten dit jaar de prijs aan hem te moeten toekennen.
Welnu Fons, daar ga je dan.
Fons Gieles werd op 18 februari 1924 geboren in het hartje van het Krabbegat, Kremerstraat 28, alwaar zijn vader, Harry Gieles, een ook ver buiten Bergen op Zoom gerenommeerde boekbinderij had.
Reeds tijdens zijn schooljaren volgde hij tekenlessen, o.a. van Adriaan Disco en behaalde hij in 1942 de akte L.O. Tekenen.
In 1945 ging hij studeren aan de Academie van de R.K. Leergangen te Tilburg en slaagde in 1946 voor het eindexamen H.O. Hand- en Lijntekenen. In 1948 liet hij zich inschrijven aan de Haagse Academie, hetgeen in 1949 resulteerde in het einddiploma M.O.-B Hand- en Lijntekenen. Daarna volgden kunstreizen nar Frankrijk en Italië om dan in 1950 zijn leraars-loopbaan te beginnen, o.a. aan de MMS te Maastricht, de HBS-sen te Dongen en Oosterhout en vanaf 1953 aan het Mollerlyceum en het Gymnasium van het Juvenaat te Bergen op Zoom.
Met zijn vestiging in onze stad begon een veelzijdige betrokkenheid met het plaatselijk gebeuren, zoals Maria-Ommegang, Vastenavend-optocht en andere culturele gebeurtenissen.
Van 1963 tot 1975 was Fons docent Methodiek aan de opleiding voor tekenleraar te Tilburg en lid van de Staatscommissie Eindexamen M.O. Tekenen. Het is in dié tijd dat hij aan den lijve kon constateren, dat de methodiek van het tekenonderwijs aan de middelbare scholen broodnodig om herziening en nieuwe fundering vroeg.
1964 Werd een jaar van ultieme activiteiten. Met leerlingen van het Mollerlyceum werden opgravingen gedaan in de Thaliatuin. Zijn verslag hiervan werd gepubliceerd onder de naam: “10 Kuub Thalia”.
1971. Het Mollerlyceum te Bergen op Zoom behoort tot de 5 uitverkoren Havo-scholen, die het Experiment “Tekenen als eindexamenvak” mogen opstarten in Nederland. Tekenleraar Fons Gieles zal daar niet vreemd aan geweest zijn !
1973. De eerste 22 leerlingen doen eindexamen Tekenen.
Het Bergse percentage, dat hiervoor gekozen heeft, is het hoogste van het land. En is dat nóg.
1976. Na 6 jaar experimenteer-ervaring kristalliseren de lessen en wordt de eerste basis gelegd voor een geïntegreerde methode Tekenen en Kunst-beschouwing, de eerste aanzet tot de latere uitgave in boekvorm. In 1980 kan Fons het eerste exemplaar van “Kijken is een Kunst” aan zijn ouders overhandigen. Er zijn plannen vanuit Australië om het boek te vertalen voor het Engelse taalgebied.
Ik kan niet nalaten de belangrijkheid van dit werk hier extra te onderstrepen. Ik neem daarvoor enkele zinnen, geschreven in het Ten Geleide van het boek door zijn oud-directeur drs. L. van den Ham van de Tilburgse Academie.
Deze zegt daarin het volgende: “De grote verdienste van zijn prestatie is, dat hij een proeve van geïntegreerde leerplan-ontwikkeling geeft; dat hij zijn vak bereikbaar stelt voor zijn leerlingen; dat hij artistieke zweverigheid verfoeit; dat hij het werkveld kent; dat hij gewichtigdoenerij vermijdt en dat hij zijn collegae tot bewust functioneren oproept. Daarom mag een boek, als het onderhavige, uniek genoemd worden ! “.
Zo, dan hoort u het ook eens van een ander !
Fons heeft reeds vele leerlingen de Kunst van het Kijken geleerd. Ook bijv. door ze oude stadshoekjes te laten schetsen en ze zo de schoonheid van hun eigen stad te laten ontdekken. Het is dan ook geen wonder, dat een niet-onaanzienlijk aantal van zijn oud-pupillen de studie in de beeldende vakken heeft voortgezet aan instituten voor beroeps-opleidingen.
Maar Fons heeft nog méér activiteiten op zijn naam staan. Zo was hij in 1968 oprichter van de Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom en redacteur van het blad ‘De Waterschans’. Hierin verschenen o.a. van zijn hand: Notities over het Gilde St. Sebastiaan, over een middeleeuwse glas-werkplaats in Bergen op Zoom, een studie over de Bergse Glas-in-loodkunstenaars tussen 1398 en 1568, over de Christoffelschouw hier in de Hofzaal, over Bergse gevelstenen, het artikel ‘De Verkochte Bisschop’, een verslag van het speurwerk omtrent het vermiste beeld van Thomas Becket uit de beroemde Koorbanken van de Wouwse Kerk, enz.. Dit laatste eindigde in de aankoop van het prachtige beeld door de Vrienden van het Markiezenhof en het staat in de zgn. Blauwe zaal van dit museum.
Verder nog vele publicaties over beeldjes, potmerken, aardewerk, glasmodellen, o.a. voor het maandblad ‘Antiek’ en voor ‘Brabants Heem’.
En dan natuurlijk het eigen beeldend werk. Ontelbare houtsneden, houtgravures, lino’s en pentekeningen van karakteristieke hoekjes van de stad versieren honderden huiskamers.
Ik noem u verder:
Aquarellen: In 1967 toonde een expositie in zaal Etcetera niet minder dan 40
aquarellen met Bergen op Zoom als thema.
Grafisch werk: o.a. affiches voor:
Het vierde Beest door Henri de Greeve
De Koningin van Shaba door Charlotte Köhler
Kaïn door Rogier van Aerde
De Vastenpredicaties door Pater Jelsma.
Reliëfs: In de vorm van bronzen portretten, bronzen plaquetten, keramische
reliëfs, beelden en gevelstenen.
Olieverf: Merendeels landschappen en stadsgezichten van Bergen op Zoom
En als zodanig een soort historische schildering van onze stad.
Muurschilderingen, ontwerpen van carnavalswagens, ontwerpen van kostuums en groepen voor de Maria-Ommegang, vlagontwerpen, processievaandels en boekomslagontwerpen.
Kortom een enorm omvangrijk en veelzijdig oeuvre, overwegend geënt op onze goede stad en naaste omgeving.
En dat Fons een echte Bergenèèr gebleven is getuigt uit het feit dat de Stichting Vastenavend hem reeds meermalen heeft kunnen huldigen als ‘steengoeie dweil’. Hij was dan niet te herkennen vanwege de complete zolderinventaris, waaronder hij schuilging.
Nu krijgt Fons een andere steen, ditmaal getooid met de windvaan van het Markiezenhof en ook omdat hij een ‘steengoeie’ is.
Moge het hem –ten voordele van het culturele leven in onze omgeving- nog vele jaren voor de wind gaan.
Namens de jury Namens Sakko b.v.
Harrie Stalpers, voorzitter. W. van de Boom, directeur