De Sakko-prijs voor Kunst en Letteren 1983 is toegekend aan
Hans Smout
wegens zijn hoogwaardige bijdrage aan de muzikale opluistering van de kerkelijke eredienst, als artistiek en bezielend leider van de vocale en instrumentale koren ‘Hortus Musicus Religiosus’ te Bergen op Zoom. Begiftigd met het verfijnde gevoel voor ideale klankschoonheid en interpretatie van de ware toonkunstenaar, en gedreven door de nimmer aflatende en inspirerende inzet van de waarachtige koorleider, heeft hij aldus een waardevolle bijdrage van uitzonderlijk niveau geleverd aan de toonkunst en de waardering daarvoor, voortbouwend aan de rijke muzikale traditie van onze goede stad en streek.
Bergen op Zoom, 12 november 1983
Toespraak Hans Smout:
Beste vrienden van en belangstellenden voor de prijswinnaar,
Bergen op Zoom is van oudsher een stad met een intens beleefd en zeer veelzijdig cultureel patroon. Onze beroemde stadgenoot Anton van Duinkerken schrijft in zijn ‘Jubelstadje’, zoals hij Bergen op Zoom noemt: “Maria waakt op alle hoeken”, en in hetzelfde gedicht zegt hij over onze stad, kennelijk doelend op de Krabbegatse Vastenavend: “Jouw uitgelatenheid hangt aan de gevels als guirlanden”. En inderdaad, we vinden hier op meerdere plaatsen een beeld van de H. Maagd, maar ook het traditionele carnavals-symbool, de geit van Mie den Os, heeft zijn standbeeld. En de uitbundige Vastenavendoptocht is een even groots gebeuren als de uiterst devote Maria-ommegang. Zo kon het gisteren ‘d’n elfde van d’n elfde’ zijn en werd een nieuwe Prins der Dweilen toegejuicht en, amper uitgeslapen daarvan, wordt aan een serieuze kunstenaar een cultuurprijs uitgereikt.
Voor dit laatste zijn wij hier nu bij elkaar, namelijk voor de uitreiking van de Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren 1983.
Deze prijs wordt toegekend door een jury, samengesteld uit personen, die -zoals de statuten zeggen- deskundig geacht worden op het gebied van kunsten en letteren en waarvan ik de eer heb voorzitter te mogen zijn. Het is daarom dat mij de taak toebedeeld is voor u de keuze van deze jury te motiveren. Een keuze die unaniem als kandidaat aanwees: Hans Smout.
Velen in onze stad kennen hem en een belangrijk deel van zijn werk, want als je Hans Smout zegt, zeg je voor velen ook Hortus Musicus Religiosus.
Maar er is veel meer. En ik stel het op prijs bij deze motivatie van de keuze de gelegenheid te hebben zijn persoon en zijn activiteiten eens op een rijtje te zetten.
Typerend voor zijn bescheidenheid is dat, toen ik hem op de hoogte stelde van onze keuze, hij prompt reageerde met te zeggen dat hij de prijs alleen kon accepteren als de toekenning mede gezien zou kunnen worden aan Hortus.
Ik begrijp dat wel. Zonder Hortus zou Hans Hans niet zijn. Maar evenzeer zou er zonder Hans geen Hortus geweest zijn. Wie ook maar enig idee heeft van het ongelooflijk vele werk dat Hans vaak tot diep in de nachtelijke uurtjes voor zijn koor verricht, en daarnaast de hoge artistieke waarde van zijn activiteiten kan beoordelen, zal van onze keuze niet verwonderd zijn.
Er zal ver, héél ver gezocht moeten worden naar een dit niveau halend gezelschap en vooral naar een musicus, die met zoveel toewijding en zoveel vakmanschap een dergelijk koor op een dergelijk peil kan brengen en houden.
Wie hem met opgeheven hoofd in de stad ziet lopen of fietsen, zou menen dat hij de ogen ten hemel richt om aldaar inspiratie op te doen voor kerkelijke opluisteringen. Fout ! Hij bestudeert geveltjes van oude huizen. Kennelijk heeft dit zijn opmerkingsvermogen dermate ontwikkeld, dat speurtochten door Bergen op Zoom, of fiets-rally’s door de omgeving, steevast door hem gewonnen worden.
Iets anders: Hans behoort niet tot diegenen die bij het kopen van een pantalon zijn heil moet zoeken in de afdeling ‘buikmaten’. Met andere woorden, Hans is niet van de dikke. En menigeen zal zich afvragen waar hij dan wel de energie vandaan haalt om te kunnen doen wat hij allemaal doet.
Ik zal het u zeggen, want ik weet het. Brood, gewoon brood. Zelf zou hij zeggen, want zijn Bergs is oorspronkelijk en zuiver, botteramme. Hoewel het hem niet is aan te zien kan hij er indrukwekkende stapels van verwerken. Waarschijnlijk is dit het enige, waarvoor bij tijd en wijle muziek bij hem moet wijken. Ik weet bijvoorbeeld dat zelfs t.v.opnamen van het koor onderbroken moesten worden voor de -voor ingewijden berucht geworden- grauw papieren zak met boterhammen. Hij verloochent hiermede zijn afkomst niet, want zijn vader was bakker. Hans is n.l. geboren in de Potterstraat, alwaar destijds bakker Smout zijn producten vervaardigde en te koop aanbood.
Het zingen zat er bij Hans al vroeg in. Op zijn 6e jaar werd hij lid van het jongenskoor van de H. Maagd-kerk. Enige jaren later volgden piano- en orgellessen bij Jozef Jimkes en Jan van de Wouw. Zijn vorderingen verliepen dermate voorspoedig dat hij vanaf zijn 11e jaar tijdens diensten in de H. Maagd regelmatig het orgel bespeelde. Als zijn grote motivatie mag ik hier de naam van Frits de Groot niet onvermeld laten.
Intussen volgde, na de Petrus Canisiusschool, het Moller-lyceum en daarna de Franciscus-kweekschool in Breda, welke opleiding in 1964 resulteerde in de akte ’volledig bevoegd onderwijzer’.
Tijdens de hierop aansluitende militaire dienst vond Hans in een legertentje de naam Hortus Musicus Religiosus uit.
In hetzelfde jaar behaalde hij ook het ‘Gehrels-getuigschrift’.
Tussen 1964 en 1986 nam hij zangles aan de Gemeentelijke Muziek- en Balletschool bij Elsa Hernady-van Buren en bereidde zich bij Annie Piscaer voor op het toelatingsexamen voor het Brabants Conservatorium te Tilburg, waar hij zich in 1968 liet inschrijven voor de hoofdvakken koordirectie en solozang. Deze studie werden bekroond in 1970 met het diploma koordirectie (als leerling van Guus Smeets, de huidige rijksinspecteur voor de muzikale vorming) en in 1972 met de akte muziekonderwijs B solozang en in 1973 met het einddiploma solozang met onderscheiding, beide laatste als leerling van Diet Kloos.
Hans besefte dat het einde van een vakopleiding, i.c.. een conservatoriumstudie, nog niet het einde van een muzikale ontwikkeling behoeft te zijn en dat cursussen en post academisch onderwijs in specialismen een enorm vormende en enthousiasmerende werking hebben. Hij heeft er dan ook ruim aan deelgenomen.
Ik noem u:
1967 -68 en -69 Kurt Thomascursus voor koordirectie in Den Haag
1970 en -71 Koordirectie cursus bij Prof. Wilhelmus Ekman in St. Moritz
1972 Cursus Avant-garde koormuziek bij Klaus Martin Ziegler in Schlüchten
1972 Cursus uitvoerings-praktijk van Engelse vocale barokmuziek bij Alfred Deelen in Senanqu, tevens solistische medewerking aan de Kurt Thomas-cursus.
1973 Cursus uitvoerings-praktijk van laat-romantische liedkunst bij Erik Werba aan het Mozarteum te Salzburg.
1974 en -75 Solistische medewerking aan de koordirectie-cursus van Prof. Wilhelm Ekman te St. Moritz.
1976 Cursus uitvoeringspraktijk van barokmuziek bij Nicholaus Harmoncourt in Ossiach.
En van 1975-1978 voortgezette zangstudie bij Lucie Frateur.
Gelijktijdig was hij van 1966-1972 onderwijzer aan de Petrus Canisiusschool en van 1972-1978 leraar aan de Rijksscholengemeenschap. Tevens was en is hij vanaf 1972 docent aan het Brabants Conservatorium te Tilburg, aanvankelijk voor stemvorming, doch sedert 1977 ook voor zang, sedert ’78 ook voor methodiek, hoofdvak zang en sedert 1979 ook voor ensemble-leiding en stagebegeleiding.
Tevens is hij sedert 1980 verbonden als docent aan de dirigentenopleiding van de SNK, waarvan hij sinds 1981 tevens cursusleider van de regio Zuid-Nederland is.
Ook is hij gedurende een 6-tal jaren jurylid bij koor-concoursen en gecommitteerde bij Staatsexamens voor Muziek.
Wat zijn praktische werkzaamheden betreft is het volgende te melden:
Van 1967-1968 was hij koordirigent van het Katholiek Gemengd Koor, van 1967-1968 van het Mannenkoor ABS te Steenbergen en van 1971-1977 was hij lid en mede-leider van het BergenopZoomse Glymes-consort, toenmalig ensemble voor oude muziek, waarmede talloze concerten in Brabant, Zeeland en België gegeven werden.
Tussen 1971 en 1978 was hij vast medewerker van de Kölner Kantorei, o.l.v. Volker Hempfling en ook meerdere malen van de beroemde Westfählische Kantorei o.l.v. Wilhelm Ehrmann. Met beide ensembles werden als solist en korist radio- en plaatopnamen gemaakt en concerten gegeven in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk.
Sinds 1977 is hij dirigent van het kamerkoor “Pavane” te Goes, waarmede radio- en t.v.-opnamen nagenoeg jaarlijks gemaakt worden, naast concerten in België, Frankrijk en in 1984 ook in Duitsland. In 1980 ontving het koor de Culturele Prijs van de stad Goes.
Sinds 1968 treedt Hans Smout regelmatig als solist op bij uitvoeringen van oratoria, cantates, liederen en kamermuziek, merendeels in eigen land, doch ook in België, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland.
Het langst, n.l. sedert 1962, is hij dirigent van Hortus Musicus Religiosus. Het functioneren, samen met dit koor, als kerkmusicus heeft steeds het meest intensief zijn werk bepaald en vormt de wortel van zijn beroep.
De naam van Hortus is hier al meerdere malen genoemd. De wisselwerking Hans Smout en het koor is dermate intensief en bepalend geweest, dat het niet anders kan, dan ook daar even de aandacht aan te besteden.
De kiem ligt bijna 100 jaar geleden, bij de ingebruikname van het zgn. Smits-kerkje aan de St. Josefstraat. Dit koor werd St. Josefkoor toen de Sint Josef parochie zelfstandig werd en in 1913 de Sint Josefkerk betrok. O.l.v. Jan Gieles en zeker o.l.v. zijn zoon Harry leverde het koor al opmerkelijke prestaties. Na vervolgens Chris van de Boom werd in 1962 Hans Smout directeur-organist van St. Josef.
Uit een regelmatige samenwerking vanaf 1964 met het vrouwenkoor Ave Mater is uiteindelijk door samensmelting het huidige ensemble ontstaan. Toen in 1969 de St. Josefkerk gesloten werd, fuseerde het koor met het mannenkoor van de H. Maagdkerk, waar het sindsdien de liturgische diensten opluistert. In 1971 wordt een aantal instrumentalisten toegevoegd, zodat van toen af gesproken wordt over ‘de vocale en instrumentale koren Hortus Musicus Religiosus’.
Zo is gegroeid tot wat er nu is: een sensemble van uitzonderlijke kwaliteit, naar vroeg-barokke kantorei-praktijk, opgesplitst in vocale en instrumentale koorgroepen en solisten voornamelijk uit eigen gelederen.
Nu, met 1984 in het verschiet, het jaar van 100 jaar kerkkoor, 20 jaar Hortus en 12 ½ jaar met instrumentalisten, valt dirigent en met hem zijn kerkkoor, deze prijs ten deel.
We weten allen dat in de laatste decennia veel te doen is geweest omtrent de opluistering van de liturgie. Er is driftig geëxperimenteerd met imitatie-gregoriaans. Menig kerkmuziek-componist kreeg de ‘Dorische ziekte’. Zelfs werd in de vernieuwingsdrang hier en daar de beatband -hoe verdienstelijk die ook moge zijn- ingeschakeld.
Het lijkt nu een grote verdienste van Hans Smout, dat hij dwars door alle niet even smaakvolle experimenten heen, het grote cultuurgoed, dat het traditionele gregoriaans is, is blijven bezigen en zijn koor deze uiterst moeilijke zangstijl op zo’n voortreffelijke wijze heeft leren uitvoeren.
Datzelfde geldt ook voor de meerstemmige kerkzang. Door de eeuwen heen hebben de begaafdste en beroemdste componisten ons een veelheid en verscheidenheid aan schitterende kerkmuziek geschonken, die tot de mooiste en waardevolste creaties van de gehele muziekliteratuur behoren. Hans, als leider van Bergens grootste kerkkoor, heeft er een indrukwekkend aantal van uitgevoerd en dat op een wijze, die alle lof verdient.
Musica est ars cantandi. Muziek is de kunst van het zingen. Weinigen hebben deze aloude uitspraak zo letterlijk in praktijk gebracht als hij, ze zanger, de dirigent, de pedagoog. Hij is een bijzonder musicus. Hem komt daarom de prijs ten volle toe.
Namens de jury Namens Sakko b.v.
Harrie Stalpers, voorzitter. W. van de Boom, directeur